Blogs

Blogs

Na jaren van onduidelijkheid, uiteenlopende meningen in de literatuur en wisselende uitspraken in lagere rechtspraak, heeft de Hoge Raad eind september 2024 eindelijk duidelijkheid verschaft over de vraag of de klachtplicht bij loonvorderingen een rol speelt. De Hoge Raad oordeelde dat de klachtplicht van toepassing is op alle verbintenissen, dus ook op loonvorderingen. In deze blog bespreken we kort de uitspraak van de Hoge Raad en de gevolgen die deze voor de praktijk kan gaan hebben. Voordat we dat doen, lichten we de wettelijke regeling van de klachtplicht toe.

 Op 15 november 2024 wees de Hoge Raad arrest in de zaak Didam II.

Voor een werkgever bestaat de mogelijkheid om met een werknemer gedurende de arbeidsovereenkomst een studiekostenbeding overeen te komen. Een studiekostenbeding regelt wanneer een werknemer kosten in verband met een studie en/of opleiding aan een werkgever moet terugbetalen. Om geschillen tussen een werkgever en een werknemer te voorkomen, moet een studiekostenbeding op een rechtsgeldige wijze worden geformuleerd. Waar moet een werkgever rekening mee houden?

Voor de meeste soorten overeenkomsten geldt dat deze ook mondeling kunnen worden gesloten. Zolang partijen hun contractuele verplichtingen nakomen, dan maakt de totstandkomingswijze niet uit. Indien gedurende de uitvoering van een overeenkomst een geschil ontstaat omtrent (de uitleg van) de overeenkomst, dan is het (wel) prettig als je kunt terugvallen op een schriftelijk en ondertekend document. Documenten zijn in het bewijsrecht in verschillende categorieën ingedeeld. Aan de hand van recente jurisprudentie van de Hoge Raad bespreekt Kayleigh Oudenhuijsen deze categorisering, de ontwikkelingen daarin en het belang daarvan in de (rechts)praktijk.